Pauzeknop jaarverantwoording praktijken eerste lijn
De lobby van de Eerstelijnscoalitie, waaronder de OVN en de overige paramedische organisaties samenwerkend onder Paramedisch Platform Nederland, heeft gewerkt. Minister Helder drukt definitief de pauzeknop in voor de openbare jaarverantwoording voor bestaande praktijken. Dat blijkt uit de Kamerbrief over de uitkomsten van de uitvoeringstoets Wtza. In dezelfde brief toont zij zich gevoelig voor een verkenning naar de verhoging van de getalsgrens voor intern toezicht. Daarbij wordt gekeken naar wat passend en effectief is. Over waar deze grens precies moet komen te liggen gaan we verder in gesprek met de minister. Samen met de minister zetten we met de andere partners in de Eerstelijnscoalitie (ELC) in op het in gezamenlijkheid komen tot een praktische oplossing voor de eerstelijns zorgaanbieders.
Let op: pauzeknop geldt niet voor nieuwe praktijken
In de brief geeft minister Helder in duidelijke taal aan dat de pauzeknop met terugwerkende kracht geldt voor de boekjaren 2022 en 2023. De pauzeknop geldt echter alleen voor bestaande zorgaanbieders (aanbieders die voor 1 januari 2022 al een praktijk voerden). Ook blijft de verplichting gelden voor zorgaanbieders die voorafgaand aan het boekjaar 2022 al een verantwoordingsplicht hadden.
Voor nieuwe aanbieders (die na 1 januari 2022 zijn gestart) en aanbieders waarbij na 1 januari 2022 een wijziging in de rechtsvorm heeft plaatsgevonden, waardoor het KvK nummer is gewijzigd, geldt de pauzeknop helaas niet. Zij moeten over 2022 en 2023 wel een jaarverantwoording aanleveren.
Uitstel maar geen afstel?
Tegelijkertijd is twee jaar uitstel niet een toekomstbestendige oplossing. Ook over twee jaar zal de jaarverantwoordingsplicht eerstelijnszorgaanbieders veel tijd kosten. De ELC en het ministerie gaan de komende periode verder in overleg over de komende twee jaar en starten een bredere verkenning naar de organisatie van zorg en de inhoud van de eerstelijnszorg.Verkenning grens intern toezicht
In de Kamerbrief geeft de minister aan dat zij, naar aanleiding van de signalen uit de eerstelijnszorg over de disproportionaliteit van de verplichting tot instellen van intern toezicht bij meer dan 25 zorgverleners, wil bezien of het niet beter is om de grens voor intern toezicht te verleggen. Zij doet in de brief geen uitspraak over waar de grens moet komen te liggen omdat zij eerst alle voor- en nadelen wil verkennen. De uitkomsten van deze verkenning deelt zij medio volgend jaar met de Kamer.Meer duidelijkheid gewenst
We hebben de minister gevraagd duidelijkheid te geven over wat dit betekent voor de verplichting van eerstelijnszorgaanbieders om op 1 januari a.s. intern toezicht ingeregeld te hebben. Blijft deze verplichting staan of is het, zolang de uitkomsten van de verkenning van de minister nog niet bekend zijn, voldoende als zorgaanbieders aannemelijk maken dat zij aan de slag zijn gegaan met de verplichting intern toezicht te organiseren.Op 1 januari 2024 loopt de overgangstermijn af voor zorgaanbieders met een vergunningplicht. Voor zorgaanbieders die van rechtswege waren toegelaten of geen Wtzi-vergunning hoefden te hebben en nu onder het overgangsregime Wtza vallen, geldt dat zij voor 1 januari 2024 een vergunningaanvraag ingediend moeten hebben. Onderdeel van de vergunningaanvraag is het gaan organiseren van intern toezicht. VWS heeft aangegeven een Q&A te maken hoe hier mee om te gaan. Nadere informatie, inclusief de wijze waarop het CIBG toetst, volgt op: Alles over de vergunningplicht | Toetreding zorgaanbieders.
Technische briefing Adviescollege Toetsing Regeldruk
Tot slot heeft op 3 oktober het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) een technische briefing verzorgd in de Tweede Kamer over effecten van regeldruk op o.a. professionals in de zorg. Uit de rapportage die zij hebben gemaakt ten behoeve van deze briefing komt duidelijk naar voren dat de kwaliteit van voorgenomen regelgeving in de zorg afneemt. Te vaak zijn de regeldrukgevolgen voor zorginstellingen, professionals en burgers niet of onvoldoende in kaart gebracht. Goed afgewogen besluitvorming wordt daardoor in sommige gevallen lastig. In de rapportage doet ATR een aantal aanbevelingen aan de Tweede Kamer die kunnen helpen om onnodige regeldruk te voorkomen of weg te nemen. Zo roept het college de Kamerleden op bij incidenten niet automatisch om nieuwe wet- en regelgeving te vragen. Maar eerst goed te analyseren welk probleem er opgelost moet worden en wat daar mogelijk voor nodig is.
Lees hier meer over het advies van de ATR over regeldruk in de zorg
* De Eerstelijnscoalitie is een samenwerking van KNMP, KNMT, KNOV, LHV, LVVP, PPN**, NVM, NVvP en ONT.
**De PPN (Paramedisch Platform Nederland) wordt gevormd door 6 paramedische beroepsverenigingen, te weten: Ergotherapie Nederland, NVD (Diëtisten), NVH (Huidtherapeuten), NVLF (Logopedisten), OVN (Optometristen Vereniging Nederland), VvOCM (Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck).